Endodontologie

Goed voorbereid op een wortelkanaalbehandeling

Bij de tandarts denkt u logischerwijs aan een behandeling van uw tanden. Maar wat er onder die zichtbare tanden zit, is ook belangrijk: de wortel. Als daar iets mee aan de hand is, kunt u de tand of kies erboven verliezen. Om dat te voorkomen, is er de wortelkanaalbehandeling.

Wanneer hebt u een wortelkanaalbehandeling nodig?

De wortel van een tand of kies zit in de kaak verankerd. Het midden van die wortel is het wortelkanaal, waarin bindweefsel, zenuwvezels en kleine bloedvaten zitten. Dat levende weefsel heet samen de pulpa. Dat is waar de wortelkanaalbehandeling gebeurt, als u last hebt.

Wortelkanaalbehandeling voorkomt tand of kies trekken

U kunt last krijgen van dat wortelkanaal als de tand of kies die erboven zit aangetast is door gaatjes of bijvoorbeeld door een val. Bacteriën krijgen dan de ruimte om bij het wortelkanaal te komen. Waardoor de zenuw ontstoken raakt en uiteindelijk afsterft. Vaak komt daar nog een ontsteking in het kaakbot rondom de wortel bij. Als u er op tijd bij bent en een wortelkanaalbehandeling ondergaat, voorkomt u dat de tand of kies getrokken moet worden.

Zo verloopt een wortelkanaalbehandeling

Tijdens de wortelkanaalbehandeling maakt de tandarts het wortelkanalenstelsel helemaal schoon en wordt die gevuld. Dat gaat in zeven stappen.

  1. Röntgenfoto’s maken

Voor de wortelkanaalbehandeling worden er één of meerdere röntgenfoto’s gemaakt van de tand of kies. Daarop is te zien hoeveel wortels en wortelkanalen er zijn en hoe ze eruitzien. Tijdens de behandeling zal de tandarts opnieuw röntgenfoto’s maken om het verloop van de behandeling te controleren.

  1. Verdoven

Uw mond wordt plaatselijk verdoofd voor de behandeling. Maar als de zenuw helemaal afgestorven is, is een verdoving niet altijd nodig.

  1. Rubberdam aanbrengen

Een rubberdam of cofferdam is een lapje van latex of vergelijkbaar materiaal. Daarmee scheidt de tandarts de tand of kies van de rest van uw mond. Zo kunnen bacteriën in het speeksel niet meer bij de tand of kies komen. Ook beschermt de rubberdam de mondholte tegen spoelmiddelen en kleine instrumenten die de tandarts tijdens de behandeling gebruikt.

  1. Tand of kies openmaken

Om goed bij het wortelkanaal te kunnen, maakt de tandarts een kleine opening in de tand of kies. Ontstoken weefsel wordt en dan direct uitgehaald.

  1. Wortelkanalen schoonmaken

Een tand heeft meestal één wortelkanaal. Een kies heeft er meerdere. Door de röntgenfoto’s van stap 1 weet de tandarts precies hoeveel het er zijn en waar ze zitten. En kan de tandarts die gericht iets groter maken, zodat het spoelmiddel goed zijn werk kan doen. Met dat middel worden de kanalen goed schoongemaakt.

  1. Wortelkanalen vullen

Als de kanalen schoon zijn, droogt de tandarts ze. Daarna worden ze gevuld, ook het stuk van de tand dat zichtbaar is. Soms is vulmateriaal voor het zichtbare deel niet geschikt, dan gebruikt de tandarts een kroon. Speciaal op maat gemaakt door de tandtechnieker. Dat doen we om te voorkomen dat de kanalen opnieuw ontstoken raken.

Na de wortelkanaalbehandeling

Over het algemeen hebben mensen na de behandeling vrijwel geen napijn en hoeft u pas na een jaar weer terug te komen voor controle. Soms is een tweede afspraak nodig om de tand of kies nog netjes af te werken. Tijdens een controle maakt de tandarts een röntgenfoto om te zien of de ontsteking in het kaakbot goed genezen is.